Moe, maar zichtbaar trots, marcheerden 83 mariniers in opleiding vrijdag 17 januari 2020 deoude-poort van de Van Ghentkazerne in Rotterdam binnen. Hiermee sloten zij succesvol de Elementaire Vakopleiding (EVO) af.

Een belangrijke mijlpaal, want alleen na het succesvol afronden van deze opleiding mogen zij de felbegeerde baret met het embleem van het Korps Mariniers dragen.

Elementaire Vakopleiding

Begin dit jaar begonnen 127 jongens aan de EMV/EVO. Deze basisopleiding duurt ca. 30 weken en richt zich op fysieke, schiet- en gevechtsvaardigheden. Dit gebeurt onder meer met diverse bivakken, schiettraining in Duitsland, amfibische training op Texel en lessen in optreden in verstedelijkt gebied en in overleven op zee. Volgens traditie wordt de EVO afgesloten met de eindoefening ‘FINEX’, waarin alle geleerde lessen nog eenmaal de revue passeren. Het druilerige weer zorgde voor een extra uitdaging bij deze zware eindbivak.

 

 

25 kilometer met volle bepakking

De FINEX is een loodzware eindoefening, waarin al het geleerde nogmaals de revue passeert. Daarvoor wordt niet alleen gebruikgemaakt van militaire oefenterreinen, maar ook van civiele objecten zoals het Feyenoord Stadion te Rotterdam. Met gepantserde rupsvoertuigen en wapens inspecteren zij het gebied in en rondom het stadion van Feyenoord. Ook de Chinook-transporthelikopter van defensie werd daarbij ingezet. Op sociale media vroegen meerdere mensen zich af waarom de helikopter rondvloog boven de regio. Maar geen paniek: het ging om de zogeheten Final Exercise van het Mariniers Opleidingscentrum in Rotterdam.

De FINEX wordt altijd afgesloten met een mars van 25 kilometer met volle bepakking. Eindpunt is de Van Ghentkazerne. Via de oude hoofdpoort en onder begeleiding van de Tamboers en Pijpers marcheren de mariniers naar het exercitieterrein, toegejuicht door oud- en actief dienende mariniers, familie en vrienden.

De ‘Best Man’ van de opleiding is: Mariniers 1 Alg. R.D. Bakelaar
De beste schutter van de opleiding is: Marinier 1 Alg. C.A. Weijler

Tekst & Foto’s: Jaap C. de Bruin

 Meer foto’s